header

 

Sprokkels

De Warmbeek en de omgeving in het verleden en nu

warmbeek1In het juninummer van 2007 van de Kapetulie verscheen over de Warmbeek een idyllisch stukje van de hand van professor Antoon De Vogelaere. Hij is een gekende Achelaar, zoon van de vroegere stationschef, emeritushoogle-raar aan de universiteit van Gent, en woonachtig in Aalst, Oost-Vlaanderen. Aansluitend bij zijn artikel volgt in dit nummer het eerste gedeelte van een bijdrage van Jan Kwanten over diezelfde Warmbeek. De studie van de vroegere pastoor van de parochie van Achel-Centrum (1976-1980) bestaat uit meerdere hoofdstukken, gespreid over vier nummers van ons tijdschrift.

Drieka Brieëm

Voor dat vrouwmens moest men een standbeeld oprichten. In mijn jongenshart staat er trouwens al een!

Als ze door ons straatje gejaagd voortschobde, steeds druk in de weer, zaagt ge ze bijna niet. Zo klein was ze. Steeds met een glimlachje rond de mond, druk en haastig en bezig...

Zij had een huishouden van vijf of zes kinderen, in alle maten en kleuren, en een rustige, maar zieke man. Hij was astmalijder. Zo dikwijls zagen we hem aan tafel zitten, gebukt over een dampend kommetje. Om de beklemdheid weg te nemen. Hij was voerman bij de graaf. Hij deed wat hij kon, maar weelde was er niet in huis.
Drieka droeg daarom het huishouden.
Alle moeders krijgen wel eens kwade dagen, maar bij Drieka waren de klappen toch wel bijzonder hard. Alle dagen waren kwaad.

Een beetje geschiedenis over de post in Achel

Het eerste Achelse postkantoor werd op 23 mei 1876 geopend als "onder ontvangerij" ("sous-perception"). Dat gebeurde in uitvoering van het Koninklijk Besluit van 29-02-1876 .
Vroeger, toen er in Achel geen postkantoor bestond, moesten de brieven er afgehaald (of besteld) worden door de postbode(n) van een gemeente waar wèl een postkantoor bestond. Veel gegevens daarover zijn er niet gemakkelijk te vinden. Wel is bekend dat in 1840 de gemeente Achel (die toen 681 inwoners telde) bediend werd door PEER2.
Vanaf 1846 zorgde het postkantoor van OVERPELT voor het briefverkeer te Achel. Een interessant document uit die periode is deze omslag (enveloppe) die in Overpelt gestempeld werd op 22 mei 1859. Dat de brief wel degelijk in Achel vertrokken was, valt af te leiden uit de aanwezigheid van een klein rond "postbusstempeltje" met de letteraanduiding AA er binnen in. De betekenis van dergelijke ronde stempeltjes werd na de tweede oorlog (her-) ontdekt door marcofilisten" (stempeldeskundigen) zoals A. Hornick, die daar lange studies hebben aan gewijd.
Laatstgenoemde schreef onder meer: "Al de brieven die zo'n rond letterstempeltje dragen, zijn afkomstig uit een landelijke brievenbus, en dus in een gemeente waar GEEN postkantoor voorhanden was."

Een walvis in Achel-Statie

walvis te achel statie 600walvis te achel statieEnkele maanden geleden was ik getuige van een geanimeerde discussie over een walvis die ooit op een spoorwagon te Achel-Statie te kijk werd gesteld. Vragen als : Wanneer was dat ook weer ? Hoe zag hij eruit ? Van waar kwam jij ? bleven niettegenstaande de vele meningen onbeantwoord. Van één gegeven was men zeker : die bewuste walvis stonk uren in de wind.
Na wat speurwerk en getuigenissen van enkele personen , die ook deze walvis bezochten kregen wij een antwoord op die vragen.

Fik François

De Achelse Simson!
Ge kent toch het bijbelverhaal van die oersterke Godsman, uit de strijd tussen de Israëlieten en de Filistijnen.
Deze laatsten konden de man niet overwinnen of bedwingen. Zo sterk was hij !
Na verraderlijke gevangenneming verbrak hij gewoon alle boeien.
Naar het scheen, berustte zijn ongewone kracht in zijn haren. Toen de bedrieglijke Delila er in slaagde die haren af te knippen, werd hij weerloos. Geboeid en geketend bracht men hem als triomf en vermaak naar een Filistijns feest.
Maar ondertussen waren die legendarische haren weer gegroeid. Geketend tussen twee pilaren duwde Simson deze omver en deed het hele gebouw instorten op de feestvierende Filistijnen...

Frederic van Waesberghe, Zouaaf uit Achel

DSCF0898 2Het statige herenhuis links, Schutterijstraat 3, wordt in 1913-1914 door het aannemersbedrijf Gebroeders Van Werde in opdracht van Frederik Alfons Van Waesberghe (1850-1922) gebouwd. Deze tekst is te vinden in het boek Ontmoetingen met Hamont-Achel, ons stadje vandaag door Marius Degeest, 2001. Alleszins de moeite waard om deze heer Van Waesberghe aan de vergetelheid te ontrukken.

Frederic Alphonse Van Waesberghe werd geboren op 7 april 1850 in de gemeente Bassevelde. De volgende dag werd hij getoond aan de burgemeester van Bassevelde door zijn vader Jean Louis Van Waesberghe, brigadier der douane, oud 41 jaar, geboren te Wachtebeke. De moeder van de boreling was Louise Verschelden, op dat moment 35 jaar oud, geboren te St.-Gillis-Waes. Getuige bij de aangifte was o.a. E. Van Waesberghe, schrijver, oud 47 jaar. Vader Jean Louis verklaarde niet te kunnen schrijven.

Geschiedenis van de Achelse Kluis

Achelse Kluis terug van het veldAchelse Kluis terugkeer van het veldVerklaring van de naam
De Achelse Kluis is een Trappistenklooster gelegen nabij het dorp Achel, in Belgisch Limburg. De abdij ligt op de grens België-Nederland. Het grootste gedeelte van de landerijen ligt in Nederland, de gebouwen liggen in België, uitgezonderd een klein gedeelte: de grensscheiding loopt door het gebouw.
Diocesaan en rechtspersoonlijk behoort de abdij tot België.
Een Trappistenklooster wil zeggen : een abdij waar geleefd wordt volgens de regel van St. Benedictus (VI° eeuw) , zoals die eerst hernomen werd door de abdij van Citeaux (Cistercië) in Boourgondië (Fr.) in het jaar 1098, en vervolgens opnieuw door de cisterciënser abdij van La Trappe in Normandië (Fr.). Vandaar de officiële naam van de orde : Cisterciënzers van de strengere onderhouding-vanwege de hervorming ook wel " Hervormde Cistersiënzers" genoemd. De volksmond bleef echter steeds spreken van "Trappisten" (La Trappe).

Grenspalen

grenspaalGrenspaal St-Odililaan Achel Foto Evert MeijsEen beetje geschiedenis
Nederland en België waren vanaf 1815 verenigd in het Verenigd Koninkrijk.
Op 4 oktober 1830 werd de Belgische onafhankeljkheid uitgeroepen door het Voorlopig Bewind. De grote mogendheden ( Frankrijk, Engeland, Oostenrijk, Pruisen en Rusland )
erkenden de Belgische souvereiniteit en tekenden het "Verdrag der 18 artikelen" op 26 juni 1831. Hierin werd het Belgisch grondgebied omschreven. Koning Willem I weigerde echter te tekenen en begon de bekende 10-daagse veldtocht, van 2 tot 12 augustus 1831.
De houding van de grootmachten veranderde echter niet en in november 1831 werd het
" Verdrag van de 24 artikelen" bekrachtigd. Er kwam echter weinig beweging in de onderhandelingen tussen Nederland en België tot op 19 april 1839 Nederland de Belgische onafhankelijkheid erkende door ondertekening van het "Vedrag van Londen".

Harrie van den Dries

Harrie Van den Dries ovaal foto van grafmonument 1 filteredHarrie Van den DriesWe hebben in Achel beroemde Harries gekend, maar de topper was Harie van den Dries.
Zijn vader heette uiteraard Andries. Een kleine, rustige boer, zunnig groot gebracht en braaf gestorven. Hij had in zijne trouw verschillende vrullie en manslui, maar Harie was een uitzonderlijk exemplaar.
Veel doordeweekse Achelaars beschouwden hem als een zonderling, als een kwant maar in de grond was ie ne slimmerik.
In december 1918 kwam een afdeling paardenvolk de grens bezetten. Het waren frontmannen van het 2e regiment lansiers. Ze werden bij de mensen ingekwartierd en hun paarden hadden veel bekijks. Als een escadron met geheven lans door het dorp trok, werd alleman er koud en warm van, bij het zien van al die krijgshaftigheid.
Op zulk paard zitten, was een kans en een durf....

Herinneringen aan het ontstaan van volleybal in Achel

Twee bestuursleden van onze heemkundekring stonden mee aan de wieg van het volleyballeven in Achel. Dat waren Harrie Stienaers en Johan Scheepers. Onze voorzitter Harrie Stienaers haalt herinneringen op van ASTAVOC en bestuurslid Johan Scheepers van VOCADO. Beide vereni­gingen waren de pioniers van het volleybal in Achel en werden later één grote club: AVOC-ACHEL.

ASTAVOC (Achel-Statie Volleybalclub)

astavoc_plein.jpg"De Stel"Bij de oprichting van de parochie Achel-Statie in 1950, werd één van de quarantaine stallingen (“De Stel”) ingericht als noodkerk. De andere ge­bouwen werden ingericht als parochiaal centrum met o.a. de parochiezaal, klaslokalen, chirolokaal, lokalen voor parochiale verenigingen, zelfs een gedeelte als gemeentewerf en in een andere stal vestigde zich een textiel­bedrijf.

“De ingesloten groene ruimte op deze historische site, zou een ideale plek zijn voor de jeugd van Achel-Statie om een recreatieve sport te beoe­fe­nen”, zo dacht kruisheerpastoor Cor Huygens. De chiro van Achel-Statie, die sinds 1952 ook in “De Stel” gehuisvest was, werd bij gebrek aan lei­ding, maar ook omdat men in Achel-Dorp in 1959 met chirojeugd startte, door pastoor Huygens ontbonden.

astavoc_ploeg.jpgAstavoc en Vocado speelden in 1961 een tornooi aan “De Stel”. Staande Astavoc met v.l.n.r.: Harrie Stienaers, Jacky Jans, Adriaan Donckers, Mathieu Theunissen en Guido Jans. Niet op de foto: Eduard Davids. Gehurkt: Vocado met v.l.n.r.: Frans Winters, Sylvain Willekens, Willy De Bolle (fraterkruisheer), Johan Van der Velden, Johan Scheepers en Ludo Donckers

 

Ter vervanging van de chiro, werd onder zijn leiding in 1960 de volleybal­club Astavoc opgericht. Volleybal was in onze dorpen in Noord-Limburg nog niet zo bekend, mede hierdoor ook minder beoefend. Maar in het col­lege van de kruisheren in Maaseik, werd deze sport al beoefend en de fraterkruisheren in Achel richtten een clubje op onder de naam “Fravoc”. Ze speelden toen recreatievolleybal. Omdat ze niet over voldoende spelers beschikten, werd er beroep gedaan op enkele afgestudeerde studenten met onder meer: Johan Scheepers, Harrie Stienaers en Jan Stevens.

voleytornooi_statie.jpg

Bij de oprichting van Astavoc kreeg pastoor Huygens medewerking van Jacky Jans en Harrie Stienaers die in hun studententijd deze sport beoefen­den, respectievelijk in Maaseik en de normaalschool in Bokrijk.

Pastoor Huygens werd de eerste sponsor. Hij reed naar Heerlen met zijn aftands volkswagentje om volleybalnetten en ballen te kopen. Op de terugweg brak een felle onweersbui los en één van zijn mede-inzittenden kreeg plots natte voeten. Hij maakte de pas­toor hierop attent waarop deze laconiek antwoordde: «Harrie, leg die plavei terug op het gat onder de mat en dan is het pro­bleem opgelost.» In Valkens­waard, bij Martien Verdonck, werden de blauwe truitjes en kousen gekocht en bij de gebroe­ders Lauwers in Achel werden de ijzeren palen gemaakt.

Onder de statige linden- en beu­kenbomen werd het volleybalter­rein aangelegd in rode gravel. Om het gravel te nivelleren en plat te walsen, werd bij boer Driek Plas “de wel” geleend. Met man en macht, werd door de eerste enthousiaste leden van de club het terrein aangelegd. Zelfs één van hen annuleerde een reis naar Zwitserland om het terrein in orde te brengen. Het gebouwtje dat vroeger dienst deed als kantoor voor veearts en personeel, werd ingericht als secretariaat.

Op het terrein, gelegen in een prachtig historisch kader van groen en rust, startte volleybalclub Astavoc met een herenzestal in blauw en witte uitrus­ting: Jacky Jans, Harrie Stienaers, Adriaan Donckers, Mathieu Theunissen Guido Jans en Eduard Davids. Zij gaven het goede voorbeeld want kort daarop beoefenden ook enkele dames deze sport. Bij hen bleef het bij trai­nen en onderling matchen spelen. Onder de leiding van Jacky Jans en Har­rie Stienaers werd er getraind en echte wedstrijden georganiseerd.

Op de stichtingsvergadering in 1960 benadrukte Jacky Jans, dat het na te streven doel niet het bereiken van schitterende resultaten zou zijn, maar wel het bezorgen van een gezonde ontspanningsmogelijkheid, aan hen die daarvoor anders geen gelegenheid hadden. Dat was ook de mening van pastoor Huygens. Het was een parochiale vereniging met als doel: “de jeugd van Achel-Statie op een sportieve maar zinnige manier bezighou­den”.

De heren speelden ook niet in competitieverband bij gebrek aan voldoende ploegen in de buurt, omdat deze sport nog niet zo bekend was. Zij speelden tegen de douanen uit Nederland (Schaft) en Davoc (douane Achel Volley­balclub) en enkele ploegen uit de omgeving zoals Vocado (Achel-Dorp), Fravoc (fraters-kruisheren), Grote Brogel, Heusden… Het was dus een zuiver recreatieve sport.

Omdat in Achel twee volleybalverenigingen niet leefbaar waren, fusio­neerden in 1962 de twee verenigingen Astavoc en Vocado. Astavoc werd opgeheven en enkele spelers sloten aan bij Vocado, dat nadien startte onder de nieuwe naam AVOC in Achel-Dorp. De site “De Stel” verloor ook zijn functie als parochiaal centrum, mede door de bouw van de nieuwe kerk, de parochiezaal (Sint-Odilialaan) en nieuwe klaslokalen in de Berkenstraat.

Harrie Stienaers

 

VOCADO (Volleybalclub Achel-Dorp)

Wij schrijven het jaar 1960.

voleytornooi dorpHet is juni en vakantie voor de studenten die dat jaar afstudeerden op het middelbaar. Persoonlijke contacten zorgen voor uitnodigingen om te spor­ten, ook voor het volleybal. In Noord-Limburg is volleybal praktisch onbe­kend. Studenten uit meerdere colleges en internaten vinden elkaar en voor hen is volleybal wel bekend geraakt via de school van het kruisherencol­lege van Maaseik. Een dertigtal Achelse jongens gingen er stu­deren en werden besmet door het “volleybalvirus”. Het waren geen kampioenen maar ze ken­den iets van de spelregels en de techniek.

In Achel-Dorp vond een groep jongens elkaar in allerlei vol­leybaltornooien waarin ze als groep zonder naam en structuur werden uitgenodigd. Deelne­men was belangrijker dan win­nen. Zo speelden wij op een zondagvoormiddag - eind juni - aan de staatsschool in Overpelt. Daarna gingen we de kunstwer­ken van de meisjes van Mater Dei in Overpelt bewonderen, na het drinken van een pintje bij Puts aan de Dommel. Ons groepje bestond uit: Frans Winters, François Noten, Sylvain Willekens, Guido Vanherck, Guido en Johan Scheepers.

Blijkbaar was de gemeente aan “De Stel” in Achel-Statie bezig met de aanleg van een echt volleybalterrein. Bij de inhuldiging ervan in september 1960 werden “de jongens van het dorp” ook uitgenodigd voor een tornooi. Er was intussen toch al meer animo voor het volleybal ontstaan want de foto’s bewijzen dat er zelfs een echt bestuur was. Dit was heel zeker op initiatief van Harrie Van Otterdijk tot stand gekomen, want hij was ooit ondergedompeld in de volleybalwereld van het kruisherencollege van Maaseik. Harrie studeerde er van 1953 tot 1959 als intern.

Hij vond - op de foto te zien - prior Simon Aerts van de kruisheren in Achel en Bartel Follon bereid om de verantwoordelijkheid op te nemen en toen is zeker de naam VOCADO (Volleybalclub Achel Dorp) geboren.

Achel-Statie had immers al een ploeg en zelfs een naam: ASTAVOC.vocado ploegVOCADO in 1960 met zittend v.l.n.r.: Johan Scheepers, Guido Vanherck, Johan Van der Velden, Guido Scheepers en Wim Dericks. Staand: kruisheer Simon Aerts, Ludo Donckers, Frans Winters, Harrie Van Otterdijk en Bartel Follon. Wij werden al vlug internationaal bekend en werden uitgenodigd door de Nederlandse douanen die aan een cafeetje op de Klein Schaft een terrein hadden gemaakt. Wij trokken er naar toe met twee ploegen en één ploeg (de goei!) won het tornooi, terwijl de andere het laatste eindigde maar toch ook een beker als troostprijs kreeg. Dat werd toen ook al gevierd!

Ook herinner ik mij dat er meermaals een grote Amerikaanse slee aan “De Stel” tot stilstand kwam. Er stapten zes (of meer) “commiezen” uit die zich omkleedden en een matchke volleybal kwamen spelen op het nieuwe ter­rein; zogezegd om fit te blijven! Op woensdagmiddag gingen enkele on­derwijzers het tiental fraters bij de kruisheren aanvullen om twee volwaar­dige ploegen te hebben. In de mooie natuur en op een verhard stuk gras­land werd een net gespannen en hup: alweer volleybal in zijn prilste vorm. Maar denk eraan: die fraters hadden allemaal het college van Maaseik “meegemaakt” en waren halve profs…in het volleybal. Het is nog altijd 1960.

Mijn voorliefde ging echter uit naar het voetbal en Achel VV. Op een zon­dagvoormiddag hoorde ik het bericht dat AVOC was ontstaan door de ver­standige samensmelting van ASTAVOC en VOCADO. Sindsdien is Achel ondenkbaar zonder AVOC.

In de speeltuin van De Koekoek kwam een geplaveid veld en er kwam een dames(meisjes)ploeg bij. Het volleybalseizoen begon toen nog met een openluchtmis, opgedragen door prior Aerts.

Het is lang geleden, maar van 50 jaar volleybal in Achel ben ik toch wel wat geschrokken: “Tjuu, we weiren (zien) aawd”. Er zitten wel enkele mensen in het AVOC-milieu die door en door besmet zijn en een stand­beeld verdienen. Ik hoop dat ze niet vergeten worden…

Johan Scheepers