Marie spendeerde iedere dag enkele uurtjes aan de verzorging van haar dieren. « Wie niet goed is voor de dieren , is ook niet goed voor de mensen, » filosofeerde Marie hardop. Eerst werden de varkens gewassen terwijl de fox-terrier goedkeurend toekijkt. « We hebben de schoonste varkens van Achel, » zegt Marie ferm.
Ondertussen melkt Drieka , de moeder van Marie, de schapen. Dit is een van de weinige zaken die Marie niet zelf kan.
Wanneer Drieka ziek te bed lag, moest Marie toch de schapen melken. Ze wist er geen raad mee. Tenslotte werd de oplossing gevonden: Marie bracht de schapen aan het ziekbed van Drieka die van daaruit de schapen molk.
De hennen hadden ook al goed hun best gedaan : Marie haalde een ganse schoot eieren uit de nesten.
Zo, nu kreeg de kat nog wat « roemen » (melk), en iedereen was geholpen.
Het is nog vroeg in de voormiddag. Marie heeft goed kunnen doorwerken omdat ze niet gestoord is geworden door klanten. Nu kan ze rustig het middagmaal klaarmaken voor de kostgangers.
Sprokkels
Velen onzer lezers zullen zich nog herinneren hoe er in de woonvertrekken van ouders en grootouders de alom verspreide religieuze prenten hingen.
De meest opvallende hiervan was deze van de driehoek van de H. Drievuldigheid waarin het oog van God met de zware tekst : "God ziet mij, hier vloekt men niet."
Met vloeken werd hier bedoeld de dagelijks te horen krachttermen.
Deugdzaam waren de bij elkaarhorende kleurprenten van "Het Angelus" naar het schilderij van J.-Fr. Millet ( 1814-1875) met boer en boerin biddend op het aardappelveld, en "De Arenleesters" eveneens van dezelfde Franse schilder, voorstellend jongeren die de verloren graanhalmen op het gemaaid veld moeizaam zuinig verzamelden.
Over "Het Angelus" zullen wij het in een volgend artikel hebben , want het blijft nog dagelijks hoorbaar in tal van parochies.
Tijdens de oorlog 40-45 werd er in de oude quarantainestallen van Achel-Statie onder het beheer van de Wehrmacht een varkenskwekerij uitgebaat.
Op het afgepaalde terrein waren naar schatting twee- à drieduizend varkens van het type “Duitslandvarken” ondergebracht.
Het personeel bestond uit: de administratie, de militaire bewaking- blijkbaar invalide soldaten- burgerlijk Duits personeel dat instond voor de kweek en de vetmesterij en enkele Belgische tewerkgestelden.
Een varken was toen een kostbaar bezit. Uitzonderlijk kon men een varken, hoe klein ook, bij en boer kopen- natuurlijk in het zwart- aan 30 à 40 fr. levend gewicht. Let wel : toen !
Oud gemeentehuis AchelDe bouwgeschiedenis
In ieder dorp staat wel een gebouw dat gezichtsbepalend is voor de dorpskom. Uiteraard is dat meestal de kerk. Maar ook een gemeentehuis is veelal blikvanger en wel eens indrukwekkend .
In Achel was dat ook zo. Het vroegere gemeentehuis was duidelijk zichtbaar.Het merkwaaardige is echter , dat dit gebouw een polyvalent gebouw was .De noordzijde was een schoolhuis, en dus bestemd als woning voor de onderwijzer.Het middenste gedeelte was wel degelijk bedoeld als een klaslokaal voor het gemeentelijk onderwijs in die periode.De zuidkant was dan het echte gemeentehuis met al de voorgeschreven voorzieningen die pasten bij een volwaardig "huis van de gemeente".
1. ALGEMENE BESCHRIJVING VAN HET KASTEEL
Toelichting bij enkele moeilijke bouwtermen
Auteur D. Pauwels noemt het kasteel een eclectisch complex met neo-Vlaamse-renaissance-inslag. Eclectisch wil zeggen dat de verschillende bouwheren qua bouwstijl de beste bouwvorm uitkozen voor elk deel van het complex. Neorenaissance duidt op de bouwstijl in de 18de, 19de en 20ste eeuw die de princiepen en de kenmerken van de klassieke renaissance hervat.
Een travee is een gedeelte van een groot gebouw, gedeelte dat telkens één raam bevat; ofwel de ruimte tussen twee kolommen, bijvoorbeeld in een kerk.
Het oude melkerijtje
We hebben het hier over het gebouw in de Zandstraat (nu Pastoor Bungenerslaan nr 8)
en later bekend als de winkel « De Welvaart » en café « 't Scheutje ».
Tijdens het laatste kwartaal van de 19e eeuw, groeide in onze Noorder-Kempen zeer sterk een geest van onderlinge samenwerking ter behartiging van gemeenschappelijke belangen, dit onder begeleiding van religieuze en sociale organisaties : duidelijk herkenbaar als « Coöperatieven »
Zo ook op gebied van landbouw en veeteelt.
Peer blijkt zowat de regionale motor te zijn geweest .
In 1890 op 20 juli stichtten Helleputte, Schollaert, Mellaert er hun « Boerenbond ».
In 1891 –1892 zagen we de eerste coöperatieve veeverzekeringen opkomen in Sint-Huibrechts-Lille, Overpelt en Bocholt .
In 1893 kwamen er Raiffeisenkassen doorheen heel Limburg.
In 1893 de stichting van « Werkmanswoning Kanton Achel » met sociale kredietverlening voor eigen huisje met hof.
In 1889 verscheen er in Bree een eerste Limburgse zuivelfabriek.
Heel lang geleden, in de dertiger jaren, was de Kolleberg van de Graaf Cornet de Peissant.Net voor de oorlog van 1940 heeft hij dit gebied verkocht aan de heer Richard Allen uit Diest.
In 1965 verkavelde de heer Allen de Kolleberg tot meer dan 200 bouwkavels. Rondom het kerkhof op den 'Doalakker' ontstond alzo een 'nederzetting' en werd het domein dat jarenlang voor de Achelse jeugd verboden terrein was door de omheining en de kwade honden van de eigenaar , open gebied. Er werden wegen aangelegd en één hectare bos en groen werden openbaar domein voor eventuele nutsvoorzieningen . Maar er was ook een initiatief om een apart pleintje aan te leggen ter herinnering aan de heer Allen : het « Richard Allenplein ». Een 500 meter na de vroegere ingang aan het Catharinadal links van de aangelegde weg , was het pleintje door het gemeentebestuur voorzien « uit erkentelijkheid ».
Er werd een voetstuk in kunstarduin geplaatst en de bedoeling was om hierop een naambordje te plaatsen . Dit alles werd op de gemeenteraadszitting van 12 mei 1969 beslist.
Bij de inhuldiging werd de volgende spreekbeurt gehouden door een schepen.
B1947 Gouden bruiloft Mathijs Noten en Betje Kwantenetje Kwanten (1872-1966) was de echtgenote van Mathijs Noten (1870-1952).Zij vertelde in 1955- ze was toen 83 jaar -over haar jeugdjaren:1880-1890. In 1947 vierde dit echtpaar zijn gouden bruiloft.
Het doopsel
Wanneer een kindje gedoopt werd gingen er vier vrouwen uit de buurt, alsook peter en meter mee naar de kerk.De vier vrouwen bestelden een tas koffie met een stelletje (gebakje),maar peter en meter betaalde dit.
De familie ging enkele dagen daarna een bezoek brengen aan de moeder en het kindje.Ze namen dan iets mee, vooral etenswaren,koffie...De mensen noemden dit "Met den kromme arm gaan" : een wissen korf, in de gebogen arm , gevuld met allerlei versnaperingen. De volwassenen werden getracteerd op een borrel terwijl de kinderen een snede peperkoek kregen.
foto edmond jaminé - grootmoederke 1918 LummenZulk koppel bestaat niet meer.
Maar in 1920 was het in Achel nog te zien.
- Hun huis is ook verdwenen. Het werd niet naar Bokrijk gebracht. Het was er te oud voor. Een echte schabrak!
Het was een oeroud schamel bouwsel met lemen muren en dik strodak zonder pannen. Op de nok prijkte de traditionele huislook. Dat beschermde tegen onweer en bliksem.
De kleine vensters met de kleine groenachtige ruitjes gingen nooit open. Stokrozen bloeiden er ietwat verwezen voor. In de staldeur was een luikje uitgespaard waarlangs de kippen naar binnen trokken, voor hun polder boven de geit. Over een klein kippenladderke ging dat.
1943 Op de weide bij de kruisherenKATHOLIEKE STUDENTENACTIE (K.S.A.) "VROOM EN VLAAMS-ACHEL"
EEN BLOEIENDE STUDENTENVERENIGING 1933-1953
De jongens van toen, zijn mannen van heden of reeds overleden. Jongens, die elkaar zouden helpen fijne kerels te worden, en die het beste van hun hart en hun handen zouden geven aan hun Volk en aan de Kerk....
De vonk van het eerste uur werd niet uitgedoofd, doch is een schone vlam geworden waarvan de goede warmte nog te voelen is in zoveel Achelse verwezenlijkingen.
Even een terugblik, samengebracht uit het gedenkboek 1953 "20 JAAR VROOM EN VLAAMS" van Jos Van Werde.