header

 

De graaf

Graaf Cornet de Peissant burgemeester Achel 1901 1938 filteredGeorges Cornet de Peissant de Theux de MeylandtMeestal noemden ze hem "het grafke", want hij was maar klein van gestalte, maar anderen spraken steeds van "Menhier de Graaf".

Want hij behoorde eigenlijk tot de hoge adel en was geboren te Brussel op 10 april 1872
als zoon van de dochter van de beroemde graaf de Theux, de eerste minister van het jonge België en bijzondere vriend van koning Leopold I.. Zijn naam was dan ook Georges Cornet de Peissant de Theux de Meylandt. Een hele mondvol! Hij was meer dan 25 jaren burgemeester van Achel, Provincieraadslid en Senator.

Een bijzondere figuur die zich graag "de grootste boer van Achel" noemde. Want hij beschikte over twee paarden en een muilezel. Een relict van het Engelse leger uit de oorlog van 1914-18. Op zijn wateringen had hij daarenboven bijna 200 man aan het werk.
Eigenlijk was hij uit de grote oorlog teruggekeerd als Officier-Oorlogsvrijwilliger.

Spijts alles een volksmens die, uitzonderlijk voor het begin van de eeuw, behoorlijk Vlaams sprak.
En hij kende zijn volk.

Driek Janssen was weken bezig met de restauratie en opsmuk van het kasteel. Op nen dag werden er een paar karren ongeleste kalk gebracht voor de metserij.
Driek naar de graaf: "Menhier, ik moest kalklessers hebben om die kalk te blussen."
"Wat voor mensen moet ge daarvoor hebben, Driek?"
"Och," zei Driek "het is licht werk, het mag langzaam gaan, op 't gemaak."
"Neem dan maar de eerste de beste, Driek. Ik denk dat ik allemaal kalklessers heb..."

De jonge graaf had wel de eerste in Achel een fototoestel. Hij liep rond om "kiekjes" van groepen vast te leggen.
Zo kiekte hij een werkman in de dreef van het kasteel en bracht hem enkele dagen later die foto.
"Hier, Lowie, is dat geen schoon portret...? Kent ge die?"
De man herkende zich onmiddellijk, zoals hij stond tgenebroek1928e rusten met zijn achterwerk op de kruk van zijn schup.
"Dat ben ik" zei Lowie.
"Ja", zei de graaf, "dat is een werkfoto!!!"

Coba van Celikes kwam bij de graaf haar traditioneel kwartje halen. Stipt en presto.
De graaf zag een fiets staan tegen de kasteelmuur...
"Zijt ge met de fiets, Coba?" vroeg de man.
"Neen, menhier de Graaf, ik kan niet fietsrijden."
"Maar ge kunt toch goed praten, Coba."
"Ja", zei Coba, "maar het brengt niet zoveel op als bij U"!

Als kleine jongen kwam ik in de Dorpsstraat de graaf tegen. Hij was op wandel, profijtig stappend met zijn dikke gele wandelstok.. Ik zei, zoals het hoorde: "Dag Menhier de graaf."
"Kom eens hier manneke." Klonk het. Ik ging en kreeg ne frank (toen bijna een half daggeld).
Ik kwam thuis: "Ik kreeg ne frank van de graaf."
"Wat hadde dan gedaan?"
"Niets!"Graaf Cornet de Peissant filtered
"Toch curieus volk.." filosofeerde vader zaliger.

En toen kreeg mijn oude nonk een accident: gepakt door een camion. Dijbeen gebroken.
Hij lag op een veldbed in de goei kamer. Het was zomer en ordentelijk warm
En toen kwam de graaf op bezoek, nonk goeiendag zeggen. Zo was ie!
En vader moest op het kasteel een fles wijn komen halen.
Even later was de graaf terug. Hij was naar Marie Follon geweest en bracht twee vliegenvangers mee, die opgerold in een toenmalig doosje staken. Ge weet nog wel.
Ze moesten de vliegen van Nonk zijn bed afhouden. "Curieus volk!" zei vader.

Ondertussen toonde hij zich voorbeeldig christen. Dat moet gezegd. Elke zondag kwam hij, te voet, door de kasteeldreef naar de kerk. Soms was hij wel wat te laat en ging dan met zijn gezin op de voorbehouden plaatsen zitten, links op het koor. Met de nodige opschudding.
Dat bleek een oude middeleeuwse gewoonte te zijn, waar de pastoor niet gelukkig om was. Als een van de grafelijke zonen nieuwsgierig naar het doksaal bleef kijken, werd er zelfs wel eens gegrommeld.
Als ze te communie gingen, gebeurde dit statig met de armen over de borst gevouwen.

Een stukje middeleeuwen in het oude Achel dat modern aan het worden was.